Wat is incontinentie?
Urine-incontinentie is ongewenst urineverlies. De mate van ongewenst urineverlies varieert per incontinent persoon. In elk specifiek geval kan urine-incontinentie verder worden gediagnosticeerd op basis van relevante factoren, zoals het type incontinentie, de frequentie en de ernst. Ontlastingsincontinentie is een aandoening van ongewenst verlies van vaste of vloeibare ontlasting.
Verschillende vormen van urine-incontinentie
Stressincontinentie is ongewenst urineverlies door toenemende buikdruk. Deze druk kan ontstaan door fysieke inspanning of door hoesten, niezen of lachen. Stressincontinentie betreft normaal gesproken kleine hoeveelheden urine, maar dit is afhankelijk van de mate waarin de blaas gevuld is en hoe hoog de druk op de buik is.
Stressincontinentie is veelal verbonden met verzwakte bekkenbodemspieren. Dit betekent dat de belangrijke ondersteuning rond de urinebuis en de blaas niet functioneert zoals het hoort, wat tot ongewenst urineverlies leidt bij verhoogde druk vanuit de buik.
Dit is de meest voorkomende vorm van urine-incontinentie bij vrouwen en daar zijn verschillende redenen voor. Vrouwen hebben een kortere urinebuis en een zwakkere bekkenbodem dan mannen. Zwangerschap en bevalling spelen ook een rol, net als erfelijkheid. De ondersteunende structuren van de urinebuis, de spieren en het bindweefsel, degenereren op toenemende leeftijd en dit leidt tot verzwakking van de blaas.
Sommige factoren kunnen deze aandoening verslechteren vanwege het feit dat ze toenemende buikdruk kunnen veroorzaken. Constipatie, obesitas en chronisch hoesten bij astma of COPD (chronisch-obstructieve luchtwegaandoening) zijn andere voorbeelden van factoren die dit soort buikdruk kunnen veroorzaken.
Bij mannen kan een prostaatoperatie een oorzaak van stressincontinentie zijn. Het trainen van de bekkenbodemspieren kan urine-incontinentie voorkomen en vaak genezen.
Aandrangincontinentie
Aandrangincontinentie is ongewenst urineverlies in combinatie met, of onmiddellijk voorafgaand aan de aandrang om te urineren, die lastig uit te stellen valt. De aandrang kan zeer plotseling optreden. Aandrangincontinentie heeft verschillende symptomatische vormen en niveaus. Het kan zich bijvoorbeeld uiten in licht, frequent verlies tussen mictie of het compleet legen van de blaas.
De urinefrequentie neemt toe, zodat er vaker dan de gebruikelijke 4-8 keer per dag geplast moet worden. Dit kan ook één keer of vaker per nacht zijn, wat nocturie genoemd wordt. In bepaalde gevallen kan blaastraining helpen bij het verminderen van de urinefrequentie. Blaastraining kan ook helpen om te voorkomen dat men ’s nachts naar het toilet moet.
Aandrangincontinentie kan vele verschillende oorzaken hebben. Het kan voorkomen bij obstructie van de blaasuitgang, door bijvoorbeeld een vergrote prostaat of constipatie. Een urineweginfectie of eenvoudigweg te veel water drinken zijn enkele andere voorbeelden. Om de juiste behandeling te krijgen is het belangrijk om de juiste diagnose te stellen, ongeacht welke vorm van urine-incontinentie wordt ervaren.
Gemengde urine-incontinentie
Gemengde urine-incontinentie is een combinatie van stressincontinentie en aandrangincontinentie. Het deelt de symptomen van ongewenst urineverlies geassocieerd aan zowel urgentie als inspanning door bijvoorbeeld niezen of hoesten.
Overloopincontinentie
Overloopincontinentie komt voor als de blaas niet geheel geleegd kan worden en geleidelijk wordt gevuld met resturine. Dit komt meestal voor bij een vergrote prostaat die obstructie van de blaasuitgang veroorzaakt. De obstructie voorkomt dat de blaas zich volledig leegt en veroorzaakt urineretentie. De blaas raakt ernstig opgezwollen door urine en het sluitmechanisme kan de druk niet weerstaan, zodat ongewenst urineverlies ontstaat.
Een zwakke en overspannen blaasspier die niet kan samentrekken is een andere, vaak voorkomende oorzaak. Dit kan op zijn beurt veroorzaakt worden door factoren zoals diabetische sensorische neuropathie, hernia of spinale stenose.
Vaak voorkomende symptomen bij overloopincontinentie zijn druppelen, een overactieve blaas en een blaas met weinig elasticiteit. Het is niet altijd pijnlijk. Wel is de hoeveelheid vastgehouden urine veel groter dan de normale capaciteit van de blaas, die 300-600 ml is.
Risicofactoren zijn onder meer bepaalde soorten geneesmiddelen, goedaardige prostaatvergroting, verzakking en zenuwbeschadiging.
Neurologische blaasstoornis
Verschillende spieren en zenuwen werken samen om urinecontinentie en effectieve controle over het legen van de blaas mogelijk te maken. Beschadiging aan de hersenen, het ruggenmerg of de zenuwen als gevolg van trauma of ziekte kan invloed hebben op de manier waarop de hersenen en de blaas communiceren. Dit resulteert in onvermogen om de blaas te beheersen of om deze in zijn geheel te legen. Urine-incontinentie kan dan ook voorkomen bij aandoeningen zoals beroerte, dementie en multiple sclerose of de Ziekte van Parkinson.
Postmictie nadruppelen
Postmictie nadruppelen is ongewenst urineverlies dat meteen na afloop van het urineren wordt ervaren, gewoonlijk bij de man wanneer hij het toilet verlaten heeft, en bij de vrouw wanneer ze opstaat van het toilet. Dit gebeurt als er na het urineren urine is achtergebleven in de urinebuis. Het probleem komt vaker voor bij mannen, maar het kan ook optreden bij vrouwen bij wie de urinebuis te weinig door spieren wordt ondersteund.
Functionele incontinentie
Dit is het onvermogen om op tijd het toilet te bereiken, veroorzaakt door bijvoorbeeld immobiliteit, omgevingsbarrières, gebrekkige cognitieve status, enz. Factoren die het lastig maken om op tijd het toilet te bereiken zijn bijvoorbeeld verminderde mobiliteit, gebrekkig zichtvermogen, onbegrip over de wijze waarop het toilet bereikt kan worden of onvermogen om kleding snel genoeg uit te krijgen voor het urineren. Het is belangrijk om een individuele en holistische benadering te hanteren voor continentieoplossingen. Dit betekent nadenken over alle afzonderlijke factoren die een rol spelen, of ze nu rechtstreeks verband houden met die persoon of met zijn/haar omgeving.